De meest efficiënte manier om door Berlijn te reizen is met de U-Bahn en S-Bahn. De twee verschillende systemen sluiten uitstekend op elkaar aan en brengen je snel op je bestemming.
Dagelijks worden zo’n 2,5 miljoen ritjes met beiden Bahnen gemaakt, en dat geeft het belang van het openbaar vervoersnetwerk wel aan. Veel verschil tussen U-Bahn en S-Bahn is er niet. Het ene net brengt je op plekken waar het andere net je niet brengt. Overstappen tussen beide vervoersmiddelen is geen probleem, kaartjes zijn op beide netten geldig.
U-Bahn
De U-Bahn is de metro en rijd meestal ondergronds, afgezien van een aantal oudere gedeelten die op een viaduct de stad doorkruisen. De 10 lijnen verbinden alle windstreken van de stad, maar het netwerk is het meest fijnmazig in het westen van Berlijn.
De U-Bahn rijdt van ongeveer 4 uur ‘s ochtends middernacht, meestal met een hoge frequentie: over het algemeen hoef je overdag maar maximaal 5 minuten te wachten. In het weekend rijdt de U-Bahn ook ‘s nachts, meestal om de 20 minuten.
S-Bahn
De S-Bahn rijdt meestal bovengronds en maakt ook gebruik van het spoor van overige treinen. De trein verbindt de verschillende stadswijken met elkaar, maar ook voorsteden met het centrum. Het netwerk van de S-Bahn is wat meer geconcentreerd aan de oostkant van de stad. De S-Bahn rijdt overdag om de 10 minuten.
Een plattegrond van het U-Bahn en S-Bahnnet vind je hier. Voor meer informatie kun je terecht op de site van BVG.
Meer informatie over kaartjes en tarieven lees je op onze pagina over vervoersbewijzen.